Mijn reis door Oost-Afrika
Ik was al meerdere keren in Afrika geweest en iedere keer raakte het mij hoe oprecht de vriendelijkheid en vrolijkheid van de mensen is die ik ontmoette. Wat me het meest raakte, was hoe hartelijk en gastvrij ze waren, ondanks het feit dat ze met zoveel minder leven dan wij.
Mijn laatste reis was een reis van bijna twee maanden door Oost-Afrika waar ik al eerder was geweest. Deze keer reisde ik in een “overland truck” en sliep ik in een tentje en aten naast de bus, wat mij nog dichter bij de lokale bevolking bracht. In Kenia, Oeganda, Rwanda en Tanzania voelde ik telkens weer diezelfde vriendelijkheid zonder dat daar ooit iets voor terug werd gevraagd.
Maar het was in Malawi waar dit gevoel het diepst binnenkwam. Malawi staat op de vierde plaats als één van de armste landen ter wereld. Met een gemiddeld jaarinkomen van slechts € 500 en voor veel boeren nog minder, leven ze in omstandigheden die voor ons nauwelijks voor te stellen zijn. 80 % van het land bestaat uit boeren die een klein stukje land bezitten en zij hebben het nog slechter. Deze groep leeft een heel onzeker leven omdat de oogsten mislukken door de droogte en aan de andere kant door teveel regen in het voorjaar kunnen ze pas laat zaaien op hun kleine stukje grond wat schraal en uitgeput is. Zij verbouwen hoofdzakelijk voor zichzelf en als ze iets over hebben ruilen ze dat met buren of verkopen wat langs de weg voor kleding of zeep. De allerarmsten sprokkelen hout uit het bos en maken daar houtskool van, die ze langs de kant van de weg of op een marktje verkopen en wat nauwelijks iets oplevert.
Ondanks hun grote armoede voelde ik me meer welkom dan in andere Oost Afrikaanse landen. Hoe kan het: zoveel aardige, sociale en zelfs vrolijke mensen en tegelijkertijd zo enorm arm?
De echte parel
De bijnaam "Parel van Afrika" verwijst naar het indrukwekkende Lake Malawi, dat is één van grootste meren ter wereld. Ruwweg 600x60 vierkante kilometer en op plekken honderden meters diep. Maar voor mij ligt de ware betekenis van die naam in de parelwitte tanden van de altijd lachende kinderen en volwassenen die ik daar ontmoette.
Na een lange rit in onze truck, over hobbelige wegen met enorme gaten en kuilen in de weg en we daarom nooit harder konden rijden dan gemiddeld 25 km per uur, kwamen we eindelijk aan bij Kande Beach. Het was onze plek om te overnachten, gelegen halverwege aan de westkant van het meer.
Het laatste stuk reden we door Mbamba Village Kande, over zandweggetjes die soms meer op vijvers leken dan op wegen. Overal zwaaiden vrolijke kinderen naar ons en ze renden mee met onze truck. Niet om te bedelen, maar puur uit enthousiasme en nieuwsgierigheid.
We bleven een paar dagen in Kande Beach en wandelden een paar keer door het dorpje waar kinderen met ons meeliepen, terwijl hun ouders vriendelijk toekeken. In Nederland zou je denken: “Wat willen ze van me?” Maar hier willen ze niets van je, alleen contact. Aan de poorten van de camping stonden verkopers van houtsnijwerk en schilderijen te wachten op de toeristen. Ze mogen zelf niet op het terrein komen dus wachten ze geduldig op die enkele toerist die nog komt. Het toerisme is de afgelopen jaren enorm teruggelopen, dit komt deels door de slechte wegen en deels door het vervuilde water van het meer. Ik vroeg of iemand een foto kon na schilderen van mijn zoon, een foto van jaren geleden toen we met het gezin op vakantie waren in Tanzania. Mijn zoon die nu erg ziek is en toen nog gezond was. En toen werd Rodger erbij geroepen omdat hij dat wel zou kunnen. Rodger is een man van ongeveer 40 jaar. We raakten in gesprek. Hij vertelde over zijn kinderen, die hij tijdelijk van school had moeten halen omdat hij het schooluniform en eten niet meer voor ze kon betalen en zo vertelde ik over mijn dochter die zwanger is en mijn zoon die erg ziek is. Rodger beloofde het schilderij te maken en de volgende ochtend om zes uur zou hij met het schilderij bij de poort op mij wachten.
Het idee van Rodger
Om half zes werd er op mijn deur gebonsd, het was Rodger. Niet met een schilderij maar met een idee en of ik naar hem wilde luisteren. Hij had het verhaal van mijn zoon Ivar zich zo aangetrokken dat hij s’ avonds nog aan de medicijnman had gevraagd of deze Ivar beter zou kunnen maken. De medicijnman had gezegd dat hij dat misschien wel zou kunnen maar daarvoor moest hij eerst een speciaal samengesteld medicijn maken. Er was maar één ingrediënt van het medicijn in het dorp, de anderen zouden onderweg gehaald moeten worden en gelukkig wat dat richting het vliegveld waar ik toch naartoe moest. Liefdevol, oprecht en vol overtuiging vroeg hij of ik dat wilde proberen. Hoe kon ik nee zeggen?
Die dag zal ik nooit meer vergeten. Om zes uur verzamelden bij de poort wel tien jongens die mij hielpen met mijn bagage van twee maanden op de scooter te binden. Ik voelde me op dat moment slap, ik had al drie dagen hoofdpijn, nauwelijks gegeten en voelde me koortsachtig. Ik hoopte dat ik niet echt ziek zou worden want op deze dag na heb ik mij de afgelopen twee maanden alleen maar heel goed gevoeld. De medicijnman, kwam ook met ons mee! Op twee motoren vertrokken wij door de stromende regen. Onderweg moesten we drie keer stoppen om o.a. te tanken en de ingrediënten te verzamelen voor de medicijnman. Ondertussen gaat het steeds harder regenen en besloten we te wachten tot het wat droger zou worden. Het duurde allemaal erg lang en als je niet lekker bent dan duurt het voor je gevoel nog veel langer. We besloten voorzichtig verder te gaan, de wegen waren gevaarlijk glad en bedekt met bruine zeer gladde modder. Tot overmaat van ramp, staan we stil voor een groot gat in de hoofdweg van wel twee meter diep. Alles is weggespoeld door de heftige regen. Niemand lijkt zich druk te maken en er staan lange rijen, met vooral vrachtauto's rustig te wachten. We doneren 60 cent aan de lokale mensen die met eenvoudig handgereedschap (pikhouwelen) de weg weer gangbaar proberen te maken, omdat je hier van een bijna failliete regering weinig kan verwachten.
Op een gegeven moment konden wij met de scooters verder maar voor de vrachtwagens heeft dit vast nog dagdelen moeten duren!
Wij konden weer verder rijden en om het magische water halen. Dat betekende dat we meer dan zeven kilometer moesten lopen door plassen en modder en daarna nog een oversteek moesten maken met een bootje. De medicijnman kon eindelijk het medicijn prepareren en gaf daarna nog tien minuten uitleg geven over hoe de medicijnen te gebruiken, hij vroeg mij alles te filmen. Klaar! Nee toch niet, we sloten hand in hand af met een lang gebed voor Ivar. Na de ceremonie konden we verder richting mijn busje die mij verder zou brengen naar een volgend station. We nemen afscheid van elkaar en ik vouw mezelf op in een heel klein zeer oud busje wat op het marktpleintje stond. Elke keer stopte hij om mensen in en uit te laten en iedere keer viel daarmee ook de schuifdeur eruit. Gelukkig mocht ik voorin zitten en hoopte daar wat meer ruimte te hebben maar dat was niet zo, er kwam nog iemand voorin zitten en zo zat ik urenlang klem. Stukje rijden en weer wachten, na zes uur rijden en wachten was ik nog maar op één derde van de reis! En we moesten zeker nog een uur of zes rijden. Van het kleine busje stapte ik over op een iets mooier busje, geleidelijk werden de wegen ook iets beter, maar nog steeds heel slecht. Ik werd achterin de bus gezet, helemaal opgevouwen op een paar kinderplekken en kon me nauwelijks bewegen tussen de medepassagiers en alle bagage die om je heen werd opgestapeld en zelfs op je voeten gezet werd.. Na uren in één stand te zitten was ik echt helemaal uitgeput. Uiteindelijk rolde ik om 23.30 uur mijn lodge binnen. Als welkom stond er een (koude) hamburger voor mij klaar. Ik stortte me op een vies bed en zo moe als ik was kon ik niet slapen, ik voelde me niet lekker. In mijn hoofd kwamen de beelden van de afgelopen 17 uur weer voorbij, van motor naar busjes en hand in hand met medicijnmannen. En ik voelde de liefde, vrolijkheid en onbaatzuchtigheid die ik daar had ervaren, wat in onze wereld bijna ondenkbaar is geworden. Dit moet je meemaken om het te geloven.
Zelfs toen ik weer thuis was, bleef het contact met Rodger. Hij belde regelmatig om te vragen hoe het met mijn zoon ging. Zelfs de schoonmaakster van de lodge, met wie ik slechts kort had gesproken, liet weten dat ze voor hem bad.
Stichting 100% Malawi
En zo ontstond mijn stichting 100% Malawi.
In een dorp waar mensen zélf bijna niets hebben, geen bedden, nauwelijks kleding of huisraad, zorgen ze toch nog voor elkaar en zelfs nog voor vreemden!
Ze slapen onder dekens die wij als poetsdoek nog niet waardig vinden en de daken lekken omdat ze de reparatie niet kunnen betalen. Veel mensen gaan vroeg naar bed (nou ja bed ,de mensen die het daar nog slechter hebben dan gemiddeld, slapen op het zand op een jute baal) om de honger maar niet te hoeven voelen. Dit alles bij elkaar bracht mij ertoe om op een gegeven moment de vraag te stellen aan Rodger of ik wat zou kunnen doen. Eigenlijk verwachtte ik dat ze om kleding, bedden of huisjes te repareren zouden vragen. Maar nee, ze vroegen echt alleen maar om de basics: mais, zeep en suiker, meer niet.
Dan besef je dat het nog slechter gesteld is met veel mensen dan je al dacht. Wat ook een beetje komt door hun positieve vrolijke levenshouding. Wat wij ons hier echt niet meer kunnen. Je moet in Afrika geweest zijn om dit enig sinds te kunnen begrijpen.
Ik ben meteen in actie gekomen. Met een eerste donatie van duizend euro konden we duizend kilo mais kopen, plus zeep en suiker. Inmiddels zijn er vijf mannen die de verdeling coördineren waaronder Rodger en de medicijnman. Ze sturen filmpjes van de aankopen die ze doen op de lokale markt, zodat ook de lokale gemeenschap mee kan profiteren. Ze laten mij zien hoe ze de verdeling organiseren en houden alle uitgaven bij op een bloknood . Ze zijn zelfs begonnen met het in kaart brengen van de meest schrijnende gevallen, op verzoek van de dorpsoudsten, die het hardste hulp nodig hebben. Het is mooi om te zien hoe serieus Rodger zijn taak oppakt en dat steeds met mij deelt en zo laat zien dat het werkt!
En nu? Nu is het tijd om hiermee echt aan de slag te gaan!
In deze tijden van: "eerst je eigen volk want daar gaat het ook al zo slecht mee" dacht ik dat het niet makkelijk zou zijn om mensen voor 100% Malawi te enthousiasmeren. Al snel wordt gezegd dat het de schuld is van de regeringen aldaar (wat soms ook klopt maar wat kan de bevolking daar aan doen?) maar besef dat deze mensen hard werken om hun hoofd boven water te houden maar: De werkeloosheid is hoog, er is in dat gebied nauwelijks betaald werk, je moet daar heel erg je best doen om wat te verbouwen of wat kooltjes te verkopen. Het land zelf heeft geen grondstoffen, veel mensen zijn ernstig ziek door Malaria, Aids of hebben een agressief virus wat in het water van het meer voorkomt. Malawi kent grote klimaatpieken, ze kampen met heftige regentijden en daarna hele droge periodes waardoor de oogst vaak mislukt.
Ik geloof nog steeds dat wij in Nederland een sociaal hart hebben en nog steeds bereid zijn om te geven. Ik denk wat vooral veel mensen tegenstaat, is de overhead, dus wat er aan de bekende strijkstok blijft hangen. Dit kan bij grote stichtingen/goede doelen oplopen tot tientallen procenten! Daarom heb ik besloten bij het opzetten van deze stichting echt 100 procent van de donaties naar Malawi gaan. We vragen aan elke donor € 0,30 cent extra te betalen om de transactiekosten van de bank te dekken. Elke euro die je doneert komt daar echt 100 procent aan omdat alle kosten die ik/wij maken worden betaald door sponsoren of worden geschonken in de vorm van gratis diensten zoals de notaris, sitebouwer etc.
Dit maakt dat 100% Malawi een unieke stichting waar echt 100% van uw giften naar het goede doel gaat om een dorp met ongeveer 1000 gezinnen een iets leefbaarder bestaan te geven! Alleen met elkaar kunnen wij impact maken. Het geven en zorgen voor een meer bestaanswaardiger leven van een medemens voelt ook nog een keer goed.
Het mes snijdt aan twee kanten hoe gaaf is dat!